Outback

Nou gisteren onze eerste langere reisdag over land, van Adelaide naar Flinders Ranges Park wat zoals alles hier, op de kaart een klein stukje lijkt maar daadwerkelijk toch weer zo'n 6 uur met de bus is.

Rijdend langs allereerst Clare Valley, niet zo bekend als Barossa Valley wat hier ook om de hoek ligt, maar een evengroot gebied waar veel wijngaarden liggen. Verder zie je onderweg veel ranches, afgelegen boerderijen met heel veel land, je komt ook geregeld door wat lijkt een spookstadje, beetje richting het Wilde Westen hier.
Onderweg weer even gestopt voor een lunch, alhoewel iedereen al zelf voorzien was was er ook een cafeetje waar je wat kon krijgen gerund door een Nederlander die hier 15 jaar geleden voorbij reed en nooit meer weggegaan is.

Maar wij gingen verder naar Flinders Ranges Park, een mooi park met een van de highlights Wilpena Pound een soort natuurlijke arena. Het gesteente heeft hier verschillende kleuren van gitzwart tot vuurrood, de zand is overigens inmiddels ook aardig rood aan het worden.

Onderweg zie je geregeld Kangaroos en Emoe's in de weilanden.

Helaas bedekken de wolken de bergen want het regent flink. Wat voor hier heel uniek is want meestal is het 30+ graden.
Maar ik heb de korte broek inmiddels geruild voor een lange broek want het is best fris.

De regen gooit onze wandeling ook letterlijk in het water. Vanuit ons motel kun je verschillende wandelingen doen van makkelijk tot moeilijk.

Maar bij aankomst had ik wel een verkeersbord gezien die ik nog niet in de collectie heb, oppassen voor quolls (lijkt op rat maar dan gestippeld en iets groter). Dus ik ben even uit het park gelopen en werd meteen ook getrakteerd op groen/blauwe papegaaien, Kookaburra vogel, emu's en Kangaroos.

Vervolgens ben ik toch met een wandeling gestart in de categorie makkelijk. Maar daar liet het wild zich niet zien, uitzicht was beperkt door de wolken en het begon steeds meer te regenen. Toen ben ik terug gelopen maar al met al weer ruim 2 uurtjes gewandeld en terug naar mijn kamer.

's avonds hebben we met de groep gegeten in het restaurant van ons verblijf, waar je in een tent kunt slapen, camper, kamer of chaletje. Daar was het druk want alle kampeerders wilden ook binnen eten.

Zondag is een reisdag, langs zoutmeren waar we overnachten in Coober Pedy, een mijnwerkersstadje waar veel opaal gevonden wordt 98% van Australië) wat weer in juwelen verwerkt wordt. Nog steeds is de grootste bron de opaalhandel. Door de enorme hitte die daar altijd is hebben ze veel onder de grond gebouwd. Hele kerkjes liggen ondergronds, zo ook ons motel wat in een mijnschacht ligt eigenlijk. Door het opaal wat ze gevonden hebben hebben ze dit motel kunnen financieren.

Onderweg zijn we nog bij Lake Hart gestopt een gigantisch zoutmeer.

Morgen gaan we na weer een lange reisdag door naar een van de hoogtepunten, het iconische Uluru (voorheen Alice Springs), de rode monoliet die je bijna op ieder plaatje van Australië ziet. Ben benieuwd, hoop dat het weer meezit.
Eerst nog eens 750 km rijden, eerst 500 km naar het noorden en dan 200 km naar links. Op de kaart lijkt het een kort stukje.